Houtkachels en open haarden

Dit is een oud bericht.

Een houtkachel of open haard brengt sfeer in huis. Het nadeel is echter dat zij veel meer verontreiniging verspreiden dan andere soorten verwarming. In huis komen door het stoken meer schadelijke stoffen in de lucht. Ook buitenshuis kunnen de schadelijke stoffen in de lucht blijven hangen, vooral als het windstil of mistig is.

Gezondheidsklachten door houtrook

In huizen waar regelmatig wordt gestookt lopen -vooral kinderen- een groter risico op luchtwegklachten. Voorbeelden zijn: verkoudheid, astma, bronchitis en longontsteking. Ook mensen met gevoelige longen of hartklachten kunnen extra klachten ontwikkelen door een houtkachel of open haard. De rook kan buitenshuis voor veel overlast zorgen, een houtkachel of open haard is dan ook de meest genoemde bron van geurhinder in de leefomgeving. Sommige omwonenden kunnen er gezondheidsklachten van krijgen, zoals benauwdheid en hoestklachten. Vooral mensen met gevoelige luchtwegen, zoals astma ervaren gezondheidsklachten door laaghangende rook in hun woonomgeving.

Wat kunt u zelf doen om stookhinder te verminderen?

Gebruikt u zelf een houtkachel of open haard, of bent u van plan er één aan te schaffen? Neem dan deze voorzorgsmaatregelen:

  1. Stook alleen droog hout. Vochtig hout brandt niet goed en dat geeft extra veel rook en fijnstof. 
  2. Gebruik geen geverfd/geïmpregneerd hout of spaanplaat. Bij verbranding hiervan komen namelijk zware metalen vrij. 
  3. Stook geen papier of karton. Het geeft veel rook en vliegas en is daarom zelfs verboden als brandstof.
  4. Heeft u een allesbrander? Neem dit woord dan niet letterlijk: u mag er niet alles in verbranden (geen plastic, afval, geverfd hout, enzovoorts). Gebruik ook hiervoor enkel onbewerkt, droog en schoon hout.
  5. Stook niet bij windstil of mistig weer: de rook blijft dan hangen en kan plaatselijk veel luchtvervuiling veroorzaken. Op de digitale stookwijzer kunt u zien wanneer u beter niet kunt stoken. 
  6. Gebruik haardhout met FSC- of PEFC keurmerk. 
  7. Wordt het binnen te warm met de houtkachel aan? Stook dan met minder hout en zet even een raam open. Schuif niet de luchttoevoerklep dicht (‘smoren’). Het hout verbrandt dan niet volledig, waardoor er extra veel schadelijke stoffen ontstaan.
  8. Zet de luchttoevoer in de kachel helemaal open, net als de klep in de schoorsteen. Dat zorgt voor een betere verbranding en dus minder schadelijke stoffen.
  9. Houd ventilatieroosters tijdens het stoken open (of zet een raampje open). Het vuur kan dan zuurstof aantrekken en de rook kan via de schoorsteen afgevoerd worden.
  10. Controleer of u goed stookt: een goed vuur heeft gele, gelijkmatige vlammen en er komt bijna geen rook uit de schoorsteen. Oranje vlammen en donkere rook geven aan dat de verbranding niet goed is: zorg dan voor voldoende luchtaanvoer.
  11. Laat de schoorsteen minstens één keer per jaar goed vegen.
  12. Stook niet iedere dag en zeker niet langer dan 4 uur op één dag. Zo blijft u vrienden met de buurt.

Wat kunt u doen wanneer u stookhinder ervaart?

Hinder door houtkachels komt vaak door slecht stookgedrag. Heeft u last van een open haard of houtkachel die in uw omgeving gestookt wordt? Ga dan eerst in overleg met de stoker of schakel Buurtbemiddeling in. Buurtbemiddeling is in veel Nederlandse gemeenten aanwezig. Soms zijn een goed gesprek en een paar afspraken voldoende om de hinder te beperken.