Mishandeling of huiselijk geweld

Wat kunt u doen bij (vermoedens van) huiselijk geweld

Maak je je zorgen om iemand? Blijf er niet mee rondlopen. Misschien is er niets aan de hand, dat kan. Maar wat als je zorgen terecht zijn? Dan kun jij een belangrijke rol spelen in zijn of haar leven. De eerste stap die je kunt zetten, is erover praten. Met degene waarover je je zorgen maakt of met omstanders. Of met de persoon waarvan je denkt dat hij of zij degene waar je zorgen over hebt, niet goed behandelt.

Bij spoed

Bel bij crisissituaties direct naar 112, zodat de ambulance, brandweer en/of politie kunnen komen.

Veilig Thuis

U kunt 24 uur per dag (anoniem) contact opnemen met Veilig Thuis, via het landelijke nummer (0800) 2000.

Afhankelijk van de situatie, zijn er diverse mogelijkheden:

• Het gaat bij mij thuis niet goed
• Ik maak mij zorgen om iemand

Dorpsteam

Een melding van huiselijk geweld doet u bij Veilig Thuis. Mocht u vragen hebben, twijfelen of advies nodig hebben dan kunt u contact opnemen met het Dorpsteam. U bellen naar het algemene telefoonnummer 0318 578 150, of door te mailen naar dorpsteam@renswoude.nl. 

Wetgeving

• Jeugdwet
• Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Signalen van een slachtoffer van huiselijk geweld

Soms kan u dingen zien of horen, waarvan u zich afvraagt of het allemaal wel goed gaat. Er is bijvoorbeeld veel ruzie en lawaai bij de buren. Of iemand heeft vaak blauwe plekken en kan dat niet goed verklaren. Het kan ook zijn dan iemand zeer angstig, schrikachtig en depressief reageert. Signalen van huiselijk geweld, oudermishandeling en kindermishandeling kunnen heel divers zijn.

Een aantal voorbeelden zijn:

• Lichamelijk letsel: het slachtoffer heeft regelmatig blauwe plekken, bijtwonden, kneuzingen etc.
• Psychische klachten: depressies, trillen, hoofd- of maagpijn, angst enzovoort.
• Het slachtoffer gaat altijd vergezeld van de partner, is onzeker of mag niet over zijn/haar eigen geld beschikken etc.
• Kinderen die opgroeien in een onveilige situatie kunnen last krijgen van leer- en concentratieproblemen, agressief gedrag vertonen, kleding dragen die niet past bij het seizoen of versleten zijn enzovoort.
• De pleger oefent sterke controle uit over zijn/haar kind, partner of ouder en/of kleineert haar/hem in het bijzijn van anderen.
• Financiële uitbuiting ouderen: onverklaarbare geldopnames, plotseling geldgebrek/ betaalachterstanden enzovoort.

NB: deze lijst is onvolledig en geeft wellicht meer inzicht, maar huiselijk geweld kan op vele andere manieren plaatsvinden. De afwezigheid van deze signalen betekent niet dat er geen sprake is van huiselijk geweld. Ook betekent de aanwezigheid van één of meer van deze signalen ook niet dat er sprake hoeft te zijn van huiselijk geweld.

Op de website ‘Ik vermoed huiselijk geweld in mijn omgeving’ van de Rijksoverheid vindt u meer informatie over huiselijk geweld herkennen.

Huisverbod en contactverbod

De pleger kan van de burgemeester een huisverbod opgelegd krijgen. De pleger mag 10 dagen lang het huis niet meer in. In die tijd mag de pleger ook geen contact met u opnemen.

In die afkoelingsperiode kan de hulpverlening aan u en eventuele kinderen op gang komen. Als het nodig is, mag de burgemeester het huisverbod tot maximaal 4 weken verlengen.